In 1933 krijgt architect Van Tijen de opdracht om het gebouw voor een Montessorischool te ontwerpen, in de directe nabijheid van de Openluchtschool van Duiker die hij zeer bewondert.
Het gebouw kent een navenant grote openheid, die hij bereikt door grote glasgevels toe te passen. Een groot souterrain met daarin een handvaardigheidslokaal, met daar bovenop 2 verdiepingen met lokalen en balkons voor ‘openluchtlessen’, en een ruim terras en een biologielokaal met plantenkassen op het dak.
Naast het hoofdgebouw ligt een speelplein met daaraan grenzend een gymnastieklokaal. Het gebouw is opgetrokken als betonskelet met gemetselde en gepleisterde gevels, en is een verrassende verschijning. Van Tijen zelf vond het een vrolijk gebouw voor kinderen.